zondag 5 februari 2012


Noorwegen bestaat uit 19 provincies

Noorwegen, officieel het Koninkrijk Noorwegen (Noors: Kongeriket Norge (Bokmål), Kongeriket Noreg (Nynorsk)), is een land in Noord-Europa. Het ligt op het westelijk deel van het Scandinavisch schiereiland en grenst aan Zweden, Finland en Rusland. Het Verenigd Koninkrijk en de Faeröer liggen ten westen aan de andere kant van de Noordzee, en Denemarken ligt ten zuiden aan de overzijde van het Skagerrak. In de jaren twintig van de 20e eeuw bezette Noorwegen Jan Mayen en kreeg het - in het Spitsbergenverdrag - de soevereiniteit over de Arctische archipel van Spitsbergen. De Antarctische gebieden Bouvet, Peter I-eiland en Koningin Maudland vallen wel onder Noors bestuur maar horen niet tot het koninkrijk.
Noorwegen heeft een oppervlakte van 385.155 km² en een kustlijn van ruim 25.000 km. Door het relatief lage inwonertal van 4.900.100[4] bedraagt de bevolkingsdichtheid nog geen 13 per km² en worden grote delen van het land gedomineerd door natuur: bossen, fjorden, gletsjers en meren zijn kenmerkend voor het Noorse landschap. De hoofdstad van Noorwegen is Oslo. Andere belangrijke steden zijn Bergen, Trondheim, Stavanger, Tromsø en Kristiansand. Noorwegen is rijk aan gas- en olievelden, welke, samen met enkele andere bodemschatten, de scheepvaart en de handel de pijlers van de nationale economie vormen. Noorwegen heeft het op één na hoogste BBP per capita ter wereld en werd door de VN al meerdere malen uitgeroepen tot meest ontwikkelde land.


Bestand:Alta Felszeichnung Rentiere.jpgPrehistorie

De oudste op Noors grondgebied gevonden gebruiksvoorwerpen stammen uit 10.500 voor Christus; zij werden opgegeraven in de omgeving van Øygarden. Rond deze tijd was het westen van Noorwegen reeds ijsvrij, en dus geschikt voor bewoning. Stenen werktuigen die bij een opgraving in de omgeving van Rennesøy werden gevonden, worden rond 10.000 voor Christus gedateerd.
In de provincies Finnmark en Møre og Romsdal zijn sporen van menselijke bewoning gevonden die dateren van 8000 à 9000 voor Christus. Vondsten uit een iets latere periode geven aan dat rond 4000 voor Christus een nieuwe groep Noorwegen binnentrok. Uit de vondsten valt af te leiden dat dit rendierjagers waren. Uit deze periode stamt ook een grafmonument dat in Østfold gevonden is. Later trokken groepen bewoners die behoorden tot de zogenaamde Nøstvet- en Lihultcultuur Noorwegen binnen en nog weer later vestigde zich de Pitted-warecultuur, vooral in het Zuiden van Noorwegen waar ook de Touwbekercultuur zich ontwikkelde.
Uit archeologische vondsten is gebleken dat de bewoners van Noorwegen handel dreven met de Romeinen tijdens het Romeinse Keizerrijk. Gedurende het geleidelijke verval daarvan in de 3e tot de 5e eeuw werden de handelsrelaties met Zuid-Europa verbroken.


Bestand:Exhibition in Viking Ship Museum, Oslo 01.jpgVikingtijd tot en met de middeleeuwen

De periode van 800 tot 1066 wordt in de Noorse geschiedenis aangeduid als de Vikingtijd, genoemd naar de Vikingen, die er in die periode met hun Vikingschepen op uit trokken om de wereld te verkennen, handel te drijven, oorlog te voeren en te plunderen. Noorse bronnen voor deze periode stammen vooral uit de twaalfde en dertiende eeuw. Het begin van de Vikingtijd valt samen met het ontstaan van de Noorse monarchie. Tot 872 waren er op het huidige Noorse grondgebied ongeveer 30 koninkrijken, die in die tijd door de eerste Noorse koning, Harald Schoonhaar werden verenigd. Historici nemen tegenwoordig overigens aan dat Harald vooral over de kuststreken van Noorwegen regeerde en na diens dood viel zijn gebied weer uiteen in kleinere bestuurseenheden die door verschillende edellieden werden bestuurd.
In het begin van de 11e eeuw werd het christendom in Noorwegen geïntroduceerd. Koning Olaf II (995-1030) trachtte de Noren te bekeren, maar moest deze poging met de dood bekopen. Hij liet in 1023 een stenen kruis oprichten in Voss, waar het vandaag de dag nog steeds te bekijken is. Olaf zou later heilig verklaard worden en de schutspatroon van Noorwegen. Aan het einde van de elfde eeuw was het christelijk geloof de enige toegestane religie in deze gebieden geworden. Rond die tijd was het Noorse koninkrijk een stevige - zij het administratief gezien nogal rudimentaire - eenheid. Enkele Noorse steden kwamen in die tijd tot bloei: Oslo, Trondheim (Nidaros), Bergen (Bjorgvin) en Tønsberg. In 1066 kwam er - naar historici over het algemeen menen - een einde aan de Vikingtijd toen Harald Sigurdsson een onsuccesvolle poging ondernam om Engeland te veroveren, waarbij hij sneuvelde. De lotgevallen van deze Harald werden door Snorri Sturluson opgetekend in diens Morkinskinna.
De Noorse koning Sigurd Jorsalfare was de eerste Europese koning die op kruistocht ging. Hij vertrok in 1107 uit Noorwegen en vocht tegen de moslims in Spanje, Lissabon, de Balearen en Palestina. In 1110 nam hij samen met Koning Boudewijn I van Jeruzalem de stad Sidon in. Na thuiskomst regeerde hij met straffe hand en voerde onder andere een belastingstelsel in. Na zijn dood ontstonden er grote onenigheden rond de opvolging van Sigurd, die alleen een dochter had nagelaten. Deze onenigheden vormden de inleiding tot een burgeroorlog die Noorwegen van 1130 tot 1240 in zijn greep zou houden. In dat jaar beslechtte Haakon Haakonson de strijd in zijn voordeel en werd koning van een opnieuw verenigd Noorwegen.
Noorwegen was een zelfstandig koninkrijk van de negende eeuw n.Chr. tot 1397, waarna het in de Unie van Kalmar terechtkwam met Denemarken en Zweden.

Geen opmerkingen: